Alweer twintig jaar geleden schreef René Appel het eerste
wetenschappelijke artikel over straattaal waarin hij een aantal veelgebruikte
woorden signaleerde, zoals doekoe ‘geld’,
loesoe ‘weg’, chick(ie) ‘meisje’, osso ‘huis’, faja ‘erg/vies’, kill ‘jongen’, fatoe ‘grapje’, tata
‘nederlander’. Veel van die woorden zijn inmiddels gemeengoed geworden en sommige,
zoals fittie, hebben zelfs de Van Dale
gehaald.
Echte straattaalsprekers kennen deze
woorden waarschijnlijk nog wel, maar een nieuwe generatie wil natuurlijk nieuwe
woorden. Een belangrijke functie van (straat)taal is immers om je te
onderscheiden van andere groepen, zowel van ouderen als van jongeren. Straattaal is
dus van nature veranderlijk.
Heel interessant is de – althans voor mij - recente ontdekking van het verwisselen van lettergrepen, medeklinkers en klinkers. Ik hoorde het voor het eerst in het volgende vlog over straattaal in Amsterdam:
Heel interessant is de – althans voor mij - recente ontdekking van het verwisselen van lettergrepen, medeklinkers en klinkers. Ik hoorde het voor het eerst in het volgende vlog over straattaal in Amsterdam:
Bij nader onderzoek zien we een aantal processen aan het werk.
(1) Het achterstevoren uitspreken van het woord bijvoorbeeld bij ams < sma, arrap <
parra, assif < fissa, doeg < goed, diem< meid.
(1) Het achterstevoren uitspreken van het woord bijvoorbeeld bij ams < sma, arrap <
parra, assif < fissa, doeg < goed, diem< meid.
(2) De stam
van het woord wordt achterstevoren uitgesproken, achtervoegsels zoals -je of -en blijven staan bijvoorbeeld lavven
< vallen, meeten < teemen, koomsen < smoken.
(3) De omkering
van klinkers duo < oud
(4) De
medeklinkers van de eerste lettergreep worden omgedraaid bijvoorbeeld: comro
< mocro, fino < info, gawie < waggie.
Na een
snelle zoektocht (en navraag bij neefjes) blijkt dat de omkering ook steden als
Dordrecht, Leiden en Breda heeft bereikt. In het volgende vlog gebruikt een
jongen uit het pittoreske Leiden ams
< sma ‘meisje’.
Straattaal ontstaat vaak in specifieke steden of wijken en daardoor zou je denken dat het een plaatsgebonden fenomeen is. Toch zijn er ook internationale parallellen. De gelijkenis met het Verlan (< l’envers), de Franse (jongeren)taal waarin lettergrepen worden omgekeerd, is onontkoombaar. In het Verlan wordt bijvoorbeeld het woord femme ‘vrouw’ meuf. Denk bijvoorbeeld ook aan de naam van de artiest Stromae (van de hit alors on dance). Zijn naam is een omkering van de lettergrepen van het woord Maestro. Het proces is al zo mainstream geworden dat sommige woorden zelfs twee keer zijn omgekeerd, bijvoorbeeld arabe > beur > rebu ‘Arabier’.
Zo’n toekomstscenario is voor Nederlandse straattaal ook denkbaar.
Nu ams steden buiten Amsterdam heeft
bereikt, en de omgekeerde woorden dus mainstream worden, zal er over een paar
jaar waarschijnlijk een nieuwe omkeerronde volgen. Als de media het dan nog
steeds over mocro’s hebben, zeggen ze op straat waarschijnlijk rocoms (<
comro).
Een onmisbare bron over straattaal is het Smibanese woordenboek.
Bronnen:
Appel, R.
1999. Straattaal: De mengtaal van
jongeren in Amsterdam. In: ToegepasteTaalwetenschap in Artikelen, Volume 62,
Issue 1, Jan 1999, p. 39 – 55.
Soort Kill.
Smibanese Woordenboek. 2018.
internet:
Reacties
Een reactie posten