Een gedicht van Ahmad Ziani (1954 - 2016) over de ervaringen van de migrant. Eén van de zeldzame voordrachten van de auteur is op YouTube te vinden. Tamazight(Berber) met Nederlandse vertaling.
Bid voor mij, moeder, bid voor mij,
Die vertrok naar
het buitenland met een verstelde rugzak.
Mijn proviand erin
was de immer kille wind!
Op de bonne fooi
ging ik, zomaar,
Van de ene plaats
naar de andere; vol kronkels was mijn weg.
Waar ik ook langs
wilde kreeg ik te horen: 'he, wat moet dat daar?
Je bent illegaal,
je mag nergens heen!'
Ik liep ineengedoken, nooit liep ik fier rechtop.
Ik liep ineengedoken, nooit liep ik fier rechtop.
Altijd huisde er
angst in mij; mijn gezicht zag bleek.
Ik hield het niet
meer vol; ik keek uit naar papieren,
Ik keek uit naar
een huwelijk. Een huwelijk biedt houvast:
Trouwen betekent
blijven in Europa, een basis!
Ik ging naar
Arqiya en vroeg haar: 'Wil je mij als man,
mij, zoon van jouw
land, je kent mij door en door.'
'Ga naar mijn
vader' zei ze, 'zeg hem wat je te zeggen hebt.'
Ik ging naar haar
vader. 'Wat wil je?', vroeg hij.
'De hand van
Arqiya' zei ik, 'als u mij als schoonzoon acceptabel vindt.'
'Vier miljoen geef
je mij', zei hij, 'en let wel:
Mijn dochter zal
haar zin doen, je zult haar laten begaan!
He, luister, ik
zal je zeggen waar het op staat
-denk goed na
voordat je antwoordt-
Ook mijn buurman
Hammu dingt naar haar hand!'
'Ik aanvaard wat u
mij oplegt!', zo antwoordde ik hem.
Bid voor mij,
moeder, bid voor mij,
Die vertrok naar
het buitenland met een vertelde rugzak.
Ik heb bruiloft
gevierd zonder dat jij, moeder, er bij was!
Je hebt geen
koeskoes voor mij bereid, je bent niet in de weer geweest,
Je hebt niet de
tamboerijn bespeeld, geen vreugdekreten geslaakt.
Het is wel heel
anders gelopen dan je gehoopt had!
Het nieuws over
mij bereikte je en deed je snikken.
En ik, ik staakte
het sturen van geld en liet je stikken.
Bid voor mij,
moeder, bid voor mij.
Ik heb bruiloft
gevierd zonder dat jij erbij was!
Anderhalf jaar
bleef ik bij haar – voorwaar geen korte tijd!
Ik stak mijn
handen uit de mouwen, de spaarcenten stelde ik haar ter hand.
Nu
had ik er zorgen bij, eerst had ik er maar één!
Zij heeft kommer
in mijn hart gelegd; zwaar lag het mij op de maag!
Ik noemde haar
'mijn duifje', zij noemde mij stekelig 'stekelvarken'.
Ik noemde haar
'mijn klaproosje', zij noemde mij misprijzend 'modder'.
Op
een dag sprak ik en vroeg: 'Waarom?'
'Jij altijd met je zorgen!' zei ze, 'Het zit me tot hier!'
Pak je spullen bij elkaar en waag het niet nog in mijn buurt te komen,
'Jij altijd met je zorgen!' zei ze, 'Het zit me tot hier!'
Pak je spullen bij elkaar en waag het niet nog in mijn buurt te komen,
Anders zal ik de
politie roepen, om je vast te binden als een ram!'
Midden in de nacht, o moeder, schopte ze mij op straat!
Midden in de nacht, o moeder, schopte ze mij op straat!
Ik heb buiten
overnacht, rijp daalde op mij neer.
Het leven werd
duisternis, de aarde had mij uitgestoten.
Ik kon nergens
heen, alle wegen waren geblokkeerd.
Ik
liet de moskee de moskee en zocht mijn heil in het café,
op zoek naar een Nederlandse vrouw!
Hoe ze er uit zag,
het kon me niet schelen,
Al had ze de
leeftijd van mijn grootmoeder, al was ze nog zo veel ouder dan ik.
Drie jaar zou ik
het wel uithouden, dag na dag.
Maar de jaren
wilden maar niet voorbij gaan, en zij had mij door.
Zij vroeg: 'Wat
wilde je met het huwelijk met mij?
De mensen die ons
samen zagen vertelden mij
Dat het je niet om
mij maar om papieren te doen was.
Pak je spullen bij
elkaar en waag het niet nog in mijn buurt te komen!
Bid voor mij,
moeder, bid voor mij,
Die vertrok naar
het buitenland met een verstelde rugzak!
Ik wil de
tegenspoed van mij afslaan, maar hij laat niet los.
Ik doe alles om
hem af te schudden. Vergeefs.
Het noodlot lijkt
mij op het lijf genaaid.
In dit gedicht
schildert de dichter de problemen van de illegale migrant die na een
moeizame zwerftocht ('mijn proviand was de immer kille wind') in
Nederland is beland. Als illegaal leeft hij voortdurend in angst ('Ik
liep ineengedoken, nooit liep ik fier rechtop'). Om een
verblijfsvergunning te bemachtigen huwt hij een in Nederland wonend
Marokkaans meisje, tegen een veel te hoge bruidsprijs. Door financiële problemen loopt het huwelijk op de klippen.
Uit:
Ad arigh deg wezru / In steen zal ik schrijven. Ahmad Ziani. 1993.
Stichting
Izaouran. Vertaling Roel Otten.
Reacties
Een reactie posten