O meisje dat water
droeg maar mij niet te drinken gaf
Dat enkel vuur gaf
aan mijn hart
Door jou sta ik in
brand!
Je hebt verergerd
de kwaal waaraan ik leed.
Het ontging jou
dat ik dorstig was.
Ik strekte mijn
hand naar het water in jouw hand,
Maar ik reikte
vergeefs.
Ik keek met mijn ogen, woorden sprak ik niet.
Ik keek met mijn ogen, woorden sprak ik niet.
Wanneer ik jou
wilde aanspreken, durfde ik niet.
De woorden
ontvielen mij als was ik stom.
Ik vergaar de
woorden wanneer ik verre van je ben,
Maar zie, ze
verdwijnen zodra ik naar je kijk.
Mijn gedachten
zijn bij jou, of ik nu slaap of waak,
Of het nacht is of
dag, of ik zit of loop.
Huilend, niet
zingend, componeer ik deze verzen voor jou.
Zij brengen jou
mijn smachten en mijn smeken.
Neem deze dorst
van mij weg met je hand en laat mij drinken.
O meisje dat water
droeg maar mij niet te drinken gaf!
Uit: Ad arigh deg wezru / In steen zal ik schrijven. Ahmad Ziani. 1993.
Stichting Izaouran. Vertaling Roel Otten.
Reacties
Een reactie posten