Straattaalblog 4: Rutte’s Mowcrow’s en plaatsnamen


                                                                       (Chaos op Scheveningen)

Onder jongeren die straattaal spreken bestaan al langere tijd etnoniemen om naar bevolkingsgroepen te verwijzen, Anti’s zijn Antilianen, Cabo’s zijn Kaapverdianen, Soma’s zijn Somaliërs, Tata’s zijn Nederlanders, Turku’s zijn Turken en Suri’s zijn Surinamers.

Iedereen die het nieuws volgt is natuurlijk bekend met het etnoniem mocro dat algemene bekendheid geniet vanwege de welbekende maffia. Het leidde nog niet zo lang zelfs tot een Kamerdebat waarin Rutte benadrukte dat ‘woorden belangrijk zijn’ om vervolgens mocromaffia als mowcrowmaffia uit te spreken. Het woord wordt in straattaal uitgesproken met een korte o, als in kop. Rutte kent het woord dus waarschijnlijk alleen van de krant.



Hoewel een groot deel van de woorden in straattaal rechtstreeks afkomstig zijn uit het Sranan Tongo, is het opvallend dat straattaal zelf veel innoveert. Anders geformuleerd: de sprekers maken nieuwe woorden. Zeggen de woorden Damsko, Agga, Utca, Roffa, Ludu, Ally en Skiffa u iets? Grote kans dat u er wel eens geweest bent. In het Standaardnederlands zijn dit respectievelijk Amsterdam, Den Haag, Utrecht, Rotterdam, Leiden, Almere en Scheveningen.

Dit is slechts een handjevol voorbeelden van steden die een straattaalnaam hebben gekregen. Ook kleinere steden en zelfs sommige buurten hebben een straattaalnaam; de Bijlmer bijvoorbeeld wordt Bimre, Bims of zelfs Smib (met de omkering van de medeklinkers). Zelfs landsnamen bestaan in straattaal, zoals Moecroe voor Marokko (let op: dit is anders dan mocro), Doisri voor Duitsland, Bergi voor België en niet te vergeten Us voor Suriname.

In de meeste gevallen zijn het op het Sranan Tongo gebaseerde aanpassingen van het Nederlandse woord. De structuur van het woord verklapt een hoop. Het valt bijvoorbeeld op dat bijna alle bovengenoemde woorden eindigen op een klinker, net zoals in het Sranan. Ook de medeklinkers passen zich, op z’n Sranans, soms aan, de l wordt soms een r, zoals in België > Bergie en Duitsland > Doisri.

Niet alle plaatsnamen zijn echter gebaseerd op het Sranan. Ook afkortingen en acroniemen worden gebruikt, zoals Ijtje voor Ijburg, Groesje voor Groesbeekdreef, Centje voor Centraal Station en Bolo voor Bos en Lommer. Ook hier speelt het Sranan dus een voorname rol, maar er is meer aan de hand. Ga maar vragen in de Smib.

Een onmisbare bron over straattaal is het Smibanese woordenboek.



Bronnen:
Simbanese woordenboek – SoortKill, 2018

Meer weten over herres op skiffa. Check deze hilarische clip van DenHaagTV.



Reacties