(Chaos op Scheveningen)
Onder jongeren die
straattaal spreken bestaan al langere tijd etnoniemen om naar bevolkingsgroepen
te verwijzen, Anti’s zijn Antilianen, Cabo’s zijn Kaapverdianen, Soma’s zijn
Somaliërs, Tata’s zijn Nederlanders, Turku’s zijn Turken en Suri’s zijn Surinamers.
Iedereen die het
nieuws volgt is natuurlijk bekend met het etnoniem mocro dat algemene bekendheid geniet vanwege de welbekende maffia. Het
leidde nog niet zo lang zelfs tot een Kamerdebat waarin Rutte benadrukte dat
‘woorden belangrijk zijn’ om vervolgens mocromaffia
als mowcrowmaffia uit te spreken. Het
woord wordt in straattaal uitgesproken met een korte o, als in kop. Rutte kent het woord dus
waarschijnlijk alleen van de krant.
Hoewel een
groot deel van de woorden in straattaal rechtstreeks afkomstig zijn uit het
Sranan Tongo, is het opvallend dat straattaal zelf veel innoveert. Anders
geformuleerd: de sprekers maken nieuwe woorden. Zeggen de woorden Damsko, Agga,
Utca, Roffa, Ludu, Ally en Skiffa u iets? Grote kans dat u er wel eens geweest
bent. In het Standaardnederlands zijn dit respectievelijk Amsterdam, Den Haag,
Utrecht, Rotterdam, Leiden, Almere en Scheveningen.
Dit is
slechts een handjevol voorbeelden van steden die een straattaalnaam hebben
gekregen. Ook kleinere steden en zelfs sommige buurten hebben een
straattaalnaam; de Bijlmer bijvoorbeeld wordt Bimre, Bims of zelfs
Smib (met de omkering van de
medeklinkers). Zelfs landsnamen bestaan in straattaal, zoals Moecroe
voor Marokko (let op: dit is anders dan mocro),
Doisri voor Duitsland, Bergi voor België en niet te vergeten Us
voor Suriname.
In de meeste gevallen
zijn het op het Sranan Tongo gebaseerde aanpassingen van het Nederlandse
woord. De structuur van het woord verklapt een hoop. Het valt bijvoorbeeld op dat bijna alle bovengenoemde
woorden eindigen op een klinker, net zoals in het Sranan. Ook de medeklinkers
passen zich, op z’n Sranans, soms aan, de l wordt soms een r, zoals in België
> Bergie en Duitsland > Doisri.
Niet alle plaatsnamen zijn echter gebaseerd op het Sranan.
Ook afkortingen en acroniemen worden gebruikt, zoals Ijtje voor Ijburg, Groesje
voor Groesbeekdreef, Centje voor Centraal Station en Bolo voor
Bos en Lommer. Ook hier speelt het Sranan dus een voorname rol, maar er is meer
aan de hand. Ga maar vragen in de Smib.
Een onmisbare bron over straattaal is het Smibanese woordenboek.
Een onmisbare bron over straattaal is het Smibanese woordenboek.
Bronnen:
Simbanese woordenboek
– SoortKill, 2018
Meer weten over herres
op skiffa. Check deze hilarische clip van DenHaagTV.
Reacties
Een reactie posten